Het voorstel voor adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind stond al een tijdje op de rol. Deze ontwikkeling werd al enige tijd met argusogen gevolgd door bewindvoerders en hun brancheverenigingen. Is dit nu echt alleen maar een slechte ontwikkeling voor bewindvoerders en hun cliënten?
Het voorstel is deze week als hamerstuk afgedaan en aangenomen door de eerste kamer. Het zal op korte termijn worden gepubliceerd in het Staatsblad. Wat houdt dat adviesrecht in?
Het adviesrecht gaat gelden voor gemeenten wanneer er sprake is van een schuldenbewind bij een client.
“Schuldenbewind is een beschermingsmaatregel die de rechtbank op verzoek kan opleggen als iemand te maken heeft met problematische schulden. Het doel is om de financiële situatie van de betrokkene te stabiliseren en te zorgen dat basisvoorzieningen, zoals huur, gas, water, licht en leefgeld worden betaald.” (bron Tweedekamer.nl)
Als bewindvoerder vinden wij deze omschrijving van een schuldenbewind wel wat beperkt. Als het goed is ga je als bewindvoerder in een schuldenbewind heel wat meer werkzaamheden verrichten. Wij zorgen er ook voor dat, wanneer de schulden inzichtelijk zijn, er zo snel mogelijk schuldhulpverlening wordt aangevraagd. Dat is niet altijd mogelijk door bijvoorbeeld de voorgeschiedenis van cliënt. Er kan sprake zijn van een onlangs mislukt schuldhulpverleningstraject of van schulden die niet voor sanering in aanmerking komen. Of omdat de situatie van de cliënt niet stabiel is en wordt.
Het wetsvoorstel wijzigt twee zaken rondom schuldenbewind. Ten eerste krijgen gemeenten in concrete gevallen adviesrecht bij de rechtbank. Dit betekent dat de bewindvoerder binnen 2 weken de betreffende gemeente moet informeren dat zij advies mag uitbrengen over de instelling van het beschermingsbewind. De bewindvoerder moet ook binnen 3 maanden een plan van aanpak en de boedelbeschrijving naar de gemeente te versturen. De gemeente krijgt dan de mogelijkheid om te beslissen een pas ingesteld schuldenbewind weer te beëindigen wanneer zij menen dat een lichtere vorm van ondersteuning voldoende is.
Wat wij zien is dat mensen vaak als uiterste redmiddel naar een bewindvoerder stappen. Andere ondersteuning blijkt onvoldoende of er speelt nog zo veel meer in de thuissituatie dat er onvoldoende draagkracht is om met de financiële problemen aan de slag te gaan.
Daarnaast worden schuldenbewinden tijdelijk uitgesproken. Dat betekent dat na het beëindigen van schuldenproblematiek het bewind ook eindigt. Wij merken al langer in de praktijk dat gemeenten na beëindiging van het schuldhulpverleningstraject de vergoeding bewindvoeringskosten vanuit de bijzondere bijstand beeindigt omdat de grond voor onder bewind stelling niet langer bestaat.
Wat dat betreft verandert er weinig. Het is wel een goede zaak dat bewindvoerders gedwongen worden om zo spoedig mogelijk een schuldentraject aan te vragen. Wij hebben helaas meermaals cliënten overgenomen van bewindvoerders waarbij na anderhalf jaar nog geen enkele actie was ondernomen om de schulden aan te pakken.
Als je dit leest klinkt het best redelijk. De gemeente verstrekt in veel gevallen bijzondere bijstand aan de cliënt om de bewindvoeringskosten te kunnen voldoen. Het was gemeenten al langer een doorn in het oog dat zij geen inspraak hadden in de besteding van deze kosten. De toenemende druk op de bijzondere bijstand door vergoeding bewindvoeringskosten waren en zijn een groeiend probleem.
Wij vinden zelf dat een cliënt altijd geholpen moet worden met de lichtst mogelijke maatregel die de regie zoveel mogelijk bij cliënt laat. Gemeenten bieden nu ook al allerhande ondersteuning. Te denken valt aan financiële buddy’s, gelspreekuren, formulieren brigades, sociaal raadslieden etcetera. Ondanks al deze ondersteuning die wordt geboden blijken er altijd mensen te zijn die nog steeds onvoldoende structurele hulp krijgen om de problemen echt op te lossen. Cliënten vallen veelvuldig uit in schuldhulpverleningstrajecten doordat er, alle ondersteuning ten spijt, toch weer achterstanden ontstaan tijdens een lopend schuldentraject.
Toen wij bijna 10 jaar gelden ons kantoor hebben gestart kwamen veel gemeenten terug van het zelf aanbieden van financiële zorg aan hun inwoners. Dit bleek toch niet zo voordelig als gedacht en gehoopt. Bijna 10 jaar verder gaat men het toch weer proberen.
De vraag die wij vaak stellen aan cliënten is of al hun problemen opgelost zouden zijn als ze nu geen schulden meer zouden hebben. Zouden ze dan wel zelfstandig in staat zijn om een gezonde financiële huishouding te voeren en nieuwe problemen te kunnen voorkomen? Het antwoord op deze vraag is in vele gevallen ”nee”. Cliënten die door omstandigheden in de schulden zijn gekomen maar verder prima in staat zijn om hun zaakjes te regelen, worden door ons verwezen naar de gemeente of krijgen van ons een formulier om schuldhulpverlening in hun gemeente aan te vragen. Deze personen hebben ons niet nodig en zullen ook niet snel bij ons aankloppen.
Wij merken vaak al tijdens een kennismakingsgesprek dat de schulden niet de kern van het probleem zijn. Vaak is er sprake van psychische problematiek of van een licht verstandelijke beperking. Het nadeel is dat deze vaak niet gediagnosticeerd zijn. Zonder deze stukken kan er in veel gevallen geen bewind voor op psychisch lichamelijke grond worden aangevraagd terwijl dit het best passende is. Dat betekent dat een cliënt op basis van de grondslag problematische schulden in ieder geval wel de hulp krijgt die nodig is.
Er wordt soms ten onrechte gedacht dat cliënten weer zelfredzaam kunnen worden na het oplossen van de schulden. We zien dat rechtbanken na het verzoek om het bewind op te heffen, ondanks onze ernstige zorgen die wij kunnen bewijzen, toch kiest voor opheffen van het bewind als de schulden zijn opgelost. In de praktijk zien wij enige tijd na het opheffen van het bewind, berichten binnenkomen van instanties dat er toch weer nieuwe schulden zijn ontstaan. We vinden dit altijd treurig om te horen. Wij hebben ons met hart en ziel ingezet om de schulden aan te pakken en een financieel gezonde situatie achter te laten. Altijd bieden wij dan aan of we kunnen helpen. We hopen dat onze oud clienten zich kwetsbaar durven op te stellen. Want schaamte speelt ook vaak een rol.
Als er schulden ontstaan na een afgerond schuldhulpverleningstraject, kan cliënt 5 jaar na dato niet terug kan in een minnelijk traject en 10 jaar niet in een wettelijk traject.
Wij bieden cliënten altijd mogelijkheden om goed voorbereid aan hun zelfstandigheid te beginnen. Helaas blijken ze daar vaak geen behoefte aan te hebben, aan ondersteuning en wijzen elke vorm van ondersteuning dan ook af.
Naast de cliënt is ook de samenleving de grote verliezer. Deze zal de lasten moeten dragen. Gemiddeld kost een huishouden met schulden de samenleving 100.000 euro per jaar (op basis onderzoek van CZ). Het in stand houden van bewind nadat de schulden zijn opgelost kost gemiddeld 1530 euro per jaar (het gemiddelde tussen een bewind voor een enkel persoon of een samenwonend/getrouwd stel). Wij zouden de keuze dan al snel hebben gemaakt.
Gemeenten worden meer verantwoordelijk gemaakt voor het oplossen van schuldenproblematiek. Wij hopen dat er dan ook beter wordt gekeken naar vereenvoudiging van de toegang naar een schuldhulpverleningstraject.
We hopen ook dat de kosten van het schuldentraject dat de gemeente bekostigt ook mee gaat spelen in de beoordeling, afgewogen tegen het feit of het misschien toch voordeliger is om een cliënt onder bewind te laten.
We hopen dat de gemeenten door nauwere betrokkenheid met onze doelgroep ook in gaat zien dat er bij onze cliënten bijna altijd meer speelt dan alleen schuldenproblematiek.
Het meest positieve is nog wel dat er een evaluatie gepland staat over 5 jaar om te zien of de wet wel de gewenste effecten heeft. Het wordt even doorbijten voor ons en onze cliënten, maar aan ons zal het niet liggen!
Wilt u informatie of heeft u een vraag? U kunt altijd vrijblijvend contact met ons opnemen. Als u het contactformulier invult, krijgt u van ons bericht.
Postbus 141
1723 ZJ te Noord-Scharwoude
Telefoon: 0226 741961
Email: contact@dewaag.info
KVK: 86267264